Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Het hart kent [23]zijn eigen [24]bittere droefheid; en een vreemde zal zich met [25]deszelfs blijdschap niet vermengen. 23. Hebreeuws, zijne ziel. Vergelijk 1 Kon.19:4. 24. Hebreeuws, bitterheid; dat is bittere droefheid en treurigheid; zie 2 Kon.4:27. 25. Te weten, die in eens anders hart verborgen is. Want een ieder alleen weet de droefheid en blijdschap, die in zijn hart is; 1 Kor.2:11; Openb.2:17.